Poëzie

Uit: De Toverhazelaar, p. 105 ISBN 978 90 457 0538 5 2012 Uitgeverij Augustus In deze bundel de honderd beste gedichten van de derde editie van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd. De redactie van poëzietijdschrift Awater selecteeerde deze honderd gedichten uit de meer dan 10.000 inzendingen. De titel is afkomstig uit een gedicht van Gerrit Komrij waarin hij stelt dat poëzie weliswaar vaak als aanstellerij wordt beschouwd, maar dat een mens zonder die aanstellerij niet meer voorstelt dan een dooie wandelstok,

2013 Uitgeverij Van Gennep ISBN 9789461643001 Bloemlezing van de 100 beste gedichten van de vijfde editie van de Turing Gedichten wedstrijd. De jury stond onder leiding van Joke van Leeuwen. De titel is ontleend aan de slotregel van het laatste gedicht dat Ramsey Nasr als dichter des vaderlands schreef Waar niemand nog thuiskomt, daar begint de poëzie. Recensie Vissenbloed:

Uit: Liegen op een hoger plan, p.93 ISBN 978 94 61643421 2014 Uitgeverij Van Gennep 'Liegen op een hoger plan bevat de 100 beste gedichten van de zesde editie van Turing Gedichtenwedstrijd, uitgekozen door de redactie van poëzietijdschrift Awater en de Poëziekrant. De titel komt uit een gedicht van Remco Campert die het maken ervan omschreef als ‘liegen op een hoger plan// van een mus een zwaluw maken’   Niemand wil een gekke moeder Zij het middelpunt in kringen die

Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2016 Top 1000   Hartzeer Je hield het voor hartzeer, maar het was kanker die sleepte je in no time mee naar grazige weiden en koele wateren zoals die sloot glibberig gras, klein hoefblad aan de rand een duw, stinkende modderpoten op een krant mama’s boze ogen ik kamde je haar en trok expres aan niet bestaande knopen jij, kerstengel, krabde in mijn gezicht dit kapsel blijft netjes zitten in je kist. Jij had een vriend, ik niet

In Artis, bij de pinguïns in de zon vieren we het afscheid van jouw leven jij draagt mijn blauwfluwelen pet, ik jouw rode das ik zet je rolstoel aan het hek, zwart-witte pijlen schieten door het water en buigen af voor onze tenen hebben ze vleugels of vinnen? vraagt de juf aan kinderen die dat niet kan schelen; ze wijzen, duwen, schreeuwen er is een oppasser verschenen met aan elke hand een emmer vis hij geeft de Jan van Genten

Gedichten over de natuur en over natuurlijke gebeurtenissen 2013 ArtBooks Uitgevers   Je droomt van oren Opgestoken naar het licht schrikt wakker van een flits natuurlijk! Schot in de roos ’s ochtends is het niks dezelfde middag een haas rechtop aan de akkerrand blij tot in mijn vingertoppen tuur ik naar het eigenwijze vredesteken op zijn kop een schot weerklinkt, de jager mist hazen rennen als kleine honden, ongebonden, als een flits in de nacht.

Gedichten over stad en dorp 2013 Uitgeverij Kontrast ISBN 978-94-90834-61-6 Lekker weer, p. 192 Rivierenbuurt, p. 193   Lekker weer De stad loopt af als een wekker het nachtvocht is nog niet droog of helgekleurde stroomstoten jagen door de straten. proppen drukte, dotten verkeer sloten gelach, volksdansende gekken op het gras de oude stad glanst als een nieuwe auto rillende juffershondjes achterin zijn we in Amerika? nee, in Amsterdam! in het park wordt getrommeld en gerommeld op kleurige kleden blote