Pol brengt de zomervakanties door op een kleine camping aan zee waar zijn ouders een caravan
hebben. Er zijn alleen meisjes van zijn leeftijd. Die zijn dit jaar alleen nog geïnteresseerd in elkaar.
Pol hoort er niet meer bij. Zijn eeuwige bloedneuzen maken hem extra verlegen. Hij is dan ook dolblij
als hij een nieuwe buurjongen krijgt. Het is een rare jongen die nergens zin in heeft en alles
belachelijk maakt. Ook de sprookjestuin van tante Mijntje, een van de vaste campinggasten. Pol vindt
die juist prachtig. Hij is erg teleurgesteld in zijn nieuwe vriend. Er ontstaat een vechtpartij, waarbij
hij ontdekt dat Jef een meisje is. Nóg een teleurstelling voor Pol. Alles komt goed als ze samen een
klus mogen doen: de tuinkabouters in de sprookjestuin schoonmaken. Maar dan gebeurt er iets
vreselijks. Pol en Jef besluiten ‘s nachts op te staan om het goed te maken.
Klik hier om een fragment van het kinderverhaal ‘De kabouterdief’ te lezen.