De vijftigste kringprent is pure poëzie. Het doet denken aan de waterlelies van Monet, de bloeiende takken van Van Gogh. We zijn niet in de Provence, noch in de tuinen in Giverny, maar in de Japanse tuin op landgoed Clingendael in Den Haag. De maker is Jurjen Fontein (1949).
Aan het begin van zijn carrière als kunstenaar gaf Jur tekenles op een Montessorischool in Den Haag. Op zoek naar een rustig plekje om zijn middagboterham op te eten ging hij vaak naar landgoed Clingendael. Op een dag in het voorjaar kwam hij daar terecht in een sprookje: de Japanse tuin was opengesteld voor publiek.
Vijftig soorten mos
‘Het was er zo ontzettend mooi! Vijftig verschillende soorten mos, waterpartijen, zeldzame planten en bomen, Japanse lantaarns, beeldjes, een rood bruggetje, paviljoen… Alles in bloei, alles schitterend onderhouden!’
Later begreep hij waarom hij de tuin niet eerder had ontdekt. Vanwege de kwetsbaarheid en de ouderdom van de tuin is die maar zes weken per jaar open, vier in het voorjaar, twee in het najaar. Een vroeger eigenaar van het landgoed, freule Daisy, liet de tuin aanleggen aan het begin van de vorige eeuw. Zij reisde naar Japan en nam een schip vol stenen lantaarns, waterbekkens, beelden en bruggetjes mee terug naar Den Haag.’
Sinds zijn ontdekking gaat Jur elk jaar weer terug, maakte honderden foto’s en liet zich inspireren tot een aantal kunstwerken. Een daarvan koos hij uit om de kringprent van te laten drukken:
‘De tuinlieden hebben de blauwe regen over het water laten groeien zodat de takken en bloesems weerspiegeld worden, samen met de lucht, de bomen en struiken eromheen. Dat vond ik zo bijzonder. Ik heb er meerdere schilderijen van gemaakt. Nee, niet ter plekke, thuis op mijn atelier naar een foto.’
Mijn associatie met Monet en Van Gogh klopte wel, want hij liet zich voor deze serie inspireren door hun techniek.
Opzetten met lef
Jurjen: ‘Met zijn waterlelies schilderde Monet drie beelden door elkaar: de lelies op het water, de reflectie in het wateroppervlak en dat wat eronder zit. Dat is een vorm van abstractie. Om dat effect te bereiken schilderde hij laag over laag, heel luchtig zodat je de onderlaag er doorheen ziet schemeren. Een mooie techniek die ik ook heb gebruikt.
De toets van Van Gogh vind ik ook heel mooi, soms deed hij twee kleuren tegelijk aan zijn kwast, maakte ook een dunne ondertoon, bouwde het op in lagen met een snelle toets. Het wit van het doek straalt erdoorheen, je schildert het niet dood. Maar je moet het snel doen, met lef opzetten.
Ik houd van glaceren, laag over laag met dunne verf zodat het transparant blijft. Dat kan goed met olieverf. Nadeel is dat olieverf zo langzaam droogt. Acryl droogt sneller, maar is dekkend. Acryl heb ik gebruikt voor de onderlaag, daaroverheen laagjes olieverf.’
Het oorspronkelijke schilderij meet 110 X 120 en hangt in Nijmegen. Jurjen maakte het in 2018 en verkocht het vrijwel meteen aan een vriend. Die gaf toestemming om er een prent van te maken.
‘Jan heeft meer werk van mij, en ook van mijn moeder, Nel Pot. Ze was kunstenaar en vrij bekend in Den Haag. Ik was al jong geïnteresseerd in kunst en ging met mijn moeder mee als ze buiten ging schilderen. Zij heeft me leren kijken: Waar ga je zitten? Wat ga je opzetten, maak een raampje van je vingers voor je ogen en kijk of je een mooie compositie kunt maken…’
Een zeefdruk in de Viva
Mijn ouders waren al vroeg gescheiden, we waren met vier jongens thuis, mijn broers knutselden aan brommers, maar ik maakte zeepkisten en hutten. Ik wilde altijd dingen maken en trok naar mijn moeder. Toen ik zelf kunstenaar was liet ik mijn moeder ook dingen zien. We inspireerden elkaar. Bijvoorbeeld de bollenvelden, daar heeft ze veel kleurige schilderijen van gemaakt. En de strandstoelen: ik zat op de Koninklijke Academie in Den Haag. Daar moesten we zitten bestuderen, dus begon ik stoelen te fotograferen, tuinstoelen, ligstoelen, strandstoelen. Toen waren dat nog van die grote rieten stoelen. Mijn moeder heeft ze geschilderd en ik maakte er een zeefdruk van. Die kwam als prent van de maand in de Viva. Dat was in 1979. Het was een succes, ze zijn allemaal binnen een dag verkocht!
Jurjen Fontein ging al vroeg naar de kunstacademie in Delft. Als 17-jarige werd hij aangenomen op de Koninklijke Academie in Den Haag, waar hij werd opgeleid als grafisch vormgever. Daarna ging hij naar de Rijksacademie in Amsterdam afdeling visuele communicatie. Na zijn academietijd werkte hij kortstondig bij een reclamebureau waar hij zich echter niet thuis voelde. Na anderhalf jaar in de BKR gezeten te hebben, kon hij leven van zijn kunst. Dat is altijd zo gebleven. Zijn medium was toen de zeefdruk, een techniek geleerd op de Haagse academie.
‘Een zeefdruk is een sjabloontechniek, opgebouwd uit meerdere kleuren, sommige prenten hadden wel tien drukgangen. Het luistert nauw, de randjes moeten precies aansluiten. Voordeel ervan is dat je die in grote oplagen kunt maken. Ik bood ze aan bij kunstuitlenen door het hele land. Dat was hard werken, maar op den duur leverde dat behoorlijk wat op.
Na de zeefdrukken maakte ik veel aquarellen met een groot formaat. Een aquarel bouw je ook laag na laag op, van licht naar donker. Ik heb heel veel gereisd, van mijn indrukken en belevenissen maakte ik thuis aquarellen, zoals van Indonesië waar ik ben geboren. Ik was negen maanden dat we er weggingen, maar ben er vaak naar teruggekeerd en heb veel indrukken vastgelegd.
Het glazen huis
‘Ik heb mijn kunst altijd actief aangeboden, werkte samen met andere kunstenaars in een collectief, Art Place. We organiseerden exposities, hadden galeries, gingen naar beurzen. We hielden zelfs verkoopexposities in de buitenlucht bijvoorbeeld in het Amstelpark en op het Groot Gelderlandplein. Daar deden de mensen hun dagelijkse boodschappen, maar heb je kunst niet net zo hard nodig als dagelijks brood?
In het Amstelpark mochten we in de zomer, als de planten buiten stonden, de Orangerie gebruiken als expositieruimte en later kregen we het Glazen Huis. Ik had altijd al gedroomd om een kas te bezitten. Van die droom had ik zelfs al eens een zeefdruk gemaakt. Jaren later werd het werkelijkheid!
Art Event en De Kring
In mijn atelier op het Raamplein kon ik heel veel mensen ontvangen om creatieve workshops te houden; elke maand een paar groepen van bedrijven zoals Shell. Ik richtte Art Event op, liet me inhuren als creatief coach voor bedrijfsuitjes en teambuilding. Iets heel anders dan in je eentje een schilderij maken. Je staat midden in de maatschappij en laat mensen communiceren met beeldtaal. Wat is de bedoeling, wat willen ze bereiken in zo’n middag, hoe beeld je dat uit? De mensen werken samen aan een opdracht en evalueren samen met mij het eindresultaat.
Afgelopen zomer heb ik tulpen geschilderd met driehonderd mensen. Een bedrijf voor vorkheftrucs vierde een jubileum en had de Westerkerk afgehuurd voor een kunstworkshop. Ze hebben gezamenlijk een tulpenveld gemaakt bestaande uit ruim honderd doekjes, die ’s avonds in het Okura hotel tentoongesteld werden. Het is gelukt, ook dankzij de hulp van vier kunstenaars die mij hebben geassisteerd.
‘Tulpen heb ik ook gebruikt voor de tafelkleden op het lentefeest op De Kring. Die waren gemaakt met mallen en spuitbussen. Ik geef namelijk ook graffiti workshops.’
Jurjen vindt het leuk om samen met andere Kringleden evenementen te realiseren op De Kring.
Aangezien nog niemand zich heeft gemeld om het stokje van hem over te nemen, houdt Jurjen het nog maar even vast. Volgend project is het Indiafeest ‘Bollywood’ op 19 mei.
‘Daarvoor ga ik weer van die tafelkleden maken, niet met tulpen, maar met lelies.’