Door: Renée Simons
Lila tafelkleden, turquoise servetten, menukaarten met ijsberen, ‘blacklight’ erop waardoor die extra wit oplichten. Boven de tafels zweven vijftig sneeuwuilen. Op de muur van het restaurant dansende ijsberen.
Jur Fontein ziet het al helemaal voor zich. Een jaar geleden had hij alles al in kannen en kruiken voor het kerstdiner toen we ineens weer in lock-down moesten. Had hij zich voorheen niet uit het veld laten slaan door de Coronabeperkingen met zijn ‘flaneerwandelingen’ – twee aan twee wandelen door Amsterdam langs kunst en cultuur – een groepsfeest kon echt niet. De ijsberen, elanden en sneeuwuilen mochten een jaar lang winterslapen in zijn atelier om op 23 december te komen schitteren door aanwezigheid op het jubileumkerstdiner.
Last tango
Op het biljart komt een ijsbeer te staan die zijn poten opheft naar de hemel waaruit enkele sneeuwvlokjes dwarrelen. Je hoort het hem zingen: ‘Let it snow, let it snow, let it snow!’ Twee witte elanden met weerloze snoeten kijken toe. Het dansje van het ijsbeerechtpaar zou zomaar hun laatste tango kunnen zijn. De lock-downs mogen vooralsnog voorbij zijn, de klimaatverandering dendert door.
Jur Fontein (1949) is inmiddels elf jaar lid van De Kring. Wie kent hem niet? Hij ontmoette er zijn huidige partner Carla Neijts, maakte veel vrienden en was de drijvende kracht achter veel gedenkwaardige evenementen. Vanuit het werk voor zijn bedrijf ArtEvent weet hij als geen ander hoe hij een groep mensen moet aansturen om samen te werken aan een artistiek project: teambuilding op een creatieve manier. Zes jaar geleden werd hij lid van de evenementencommissie, toen die uit elkaar ging, ging hij alleen verder.
‘Dat is eigenlijk makkelijker. Ik houd mijn oren en ogen open om te weten wat er leeft onder de leden. Als ik een idee heb voor een evenement, bespreek ik het met vrienden die meedenken en feedback geven. ‘
Fotografe Annelies Rigter maakte foto’s van de leukste momenten en mooiste creaties van de recente feesten. Zij is een van Jurs trouwe medewerksters en zegt daarover: “Samen een feest maken, waarbij theater, kostuums, decoratie, echt alles zelf wordt gedaan is al een feest! Je leert elkaar goed kennen, maakt nieuwe vrienden. Is dat niet de bedoeling van een sociëteit?”
Gewoon doen
Jur: ‘Door mijn werk heb ik verstand van techniek en materiaal om zo’n evenement vorm te geven. De know how en de wil om er tijd en energie in te steken heb ik dus wel, anderen misschien minder, mensen hebben het ook druk. Dus zorg ik voor mijn eigen groepje medewerkers. Iedereen mag meedoen, hoe meer zielen hoe mee vreugd’. Hij noemt nog meer namen van trouwe vrienden en medewerkers die bereid zijn om mee te denken en zich in te zetten. En dan aanpakken: gewoon doen!’
En zo toverde Jur samen met enthousiaste leden de Kringlokalen om tot Japanse Kersenbloesemtuin, Exotisch sprookje van 1001 nacht, de Griekse oudheid, een salon voor de Hogere Kringen met modeshows voor snobs en hooggeplaatsten. Hij werkte mee aan de jeu-de-boules wedstrijden, oudejaars- en kerstfeesten en organiseerde wandelingen. Het zou te ver voeren om hier alle feesten en evenementen te memoreren, dat past niet in het bestek van een artikel. In de digitale Circulaire en het vroeger Kring Magazine staan verschillende verslagen en fotoreportages van evenementen.
Ik noem er een paar en beperk mij verder tot afgelopen jaar. Daarin was genoeg te beleven! Gelukkig is er het grote jubileumboek van Rudi Kagie en Marius van Leeuwen. Hierin staan de meeste feesten vermeld, voorzien van een uitgebreide fotoreportage. Ook Jurs trouwe helpers krijgen hierin de aandacht die ze verdienen (De Kring 100 jaar, p.129- t/m 147).
Voor de leden, door de leden
Hoewel ‘gewoon doen’ een sprookjesachtig resultaat oplevert, komt er geen tovenarij aan te pas. Het kost veel tijd en energie: soms máánden, en met een zeer beperkt budget. Zelf vond Jur het wel leuk om met minimale middelen maximaal effect te sorteren. En dat had nooit gekund zonder een (wisselend) team van helpers, die altijd weer bereid waren om hand- en span diensten te verrichten: knutselen, naaien, schilderen, graffiti spuiten, servetten vouwen, menu’s tekenen, voorlezen, voordragen, sjouwen, ophangen, neerzetten.
Jur: `Daar gaat het toch om in een vereniging. Is er een betere manier om je met elkaar te verbinden dan samen iets te maken? Het is gezellig, vervult je met trots en is ook nog leuk voor anderen. Door leden, voor leden!’
Aan het feest met als thema Griekse mythen en sagen (De Kring als labyrint) werkten vijfendertig mensen mee. De hele Kring was omgetoverd tot een labyrint waar bezoekers langs de gouden draad van Ariadne door verschillende vertrekken werden geleid. In elke ruimte was iets anders te beleven.
Ook het personeel helpt meestal mee: kok Diederik zorgt voor een afgestemd menu, het personeel laat zich bijpassende kleren aanmeten en speelt mee. Het wordt een ‘Gesamtkunstwerk’ in de beste traditie van het kunstenaarsfeest.
Omgevingskustwerk, belevingskunstwerk
De Kring kent een lange, kleurrijke traditie van kunstenaarsfeesten die inspeelden op de tijdgeestj. Zo was in crisisjaar 1935 het thema ‘Schipbreuk’, hetgeen weinig kosten met zich meebracht!
In de jaren zestig, zeventig ging het vaak om seks, drugs en rock ’n roll, democratie en nivellering. Met een knipoog. Idealen die een paar jaar geleden met eenzelfde knipoog onderuit werden gehaald door de modeshow ‘In hogere Kringen’ georganiseerd naar aanleiding van de tentoonstelling ‘High Society’ in het Rijksmuseum. Een feest bedacht door Jur Fontein en Annelies Rigter waarbij Kringleden zich met genoegen op z’n aller-chicst of aller-belachelijkst uitdosten, want wie wil er nu niet, al is het met een knipoog, tot de ‘Upper Ten’ behoren?
Honderd jaar Kring
Een kunstenaarsfeest is dus nooit zomaar een feest: het is een happening, die je met elkaar deelt. Het Lentefeest, de honderd lentes van De Kring, het eerste feest na een lange tijd van beperkingen en isolement, was zo’n typisch belevingsfeest.
Jur: ‘Boven tafel had ik honderd tulpen opgehangen. Je mag niks meer aan de muren hangen op De Kring, dus hang ik dingen aan het plafond. Honderd lentes, honderd tulpen. Voor de tafelkleden van damastpapier had ik sjablonen voor drie verschillende tulpen gesneden, waarop met spuitbussen verf werd gespoten.’
Joyce van de Linden, die samen met Nicole van Gelder de tafelkleden hielp te bespuiten schreef in de Circulaire: De bedoeling van het Lentefeest was het prikkelen, het wakker schudden van de zintuigen. Het tafelkleed is een feest voor het oog, we proeven het lentemenu van Diederik, we luisteren naar een voorgedragen gedicht, met een beetje fantasie kunnen we de honderd tulpen die boven de tafels hangen ruiken en we kunnen elkaar aanraken.
Het grote jubileumfeest op 23 september werd georganiseerd door de jubileumcommissie. Jur mocht eraan bijdragen met decoraties van de danszalen. Zijn dynamische wanddecoratie in de bar nodigde uit tot swingen, de figuren leken mee te bewegen met de veelkleurige belichting.
De discjockeys in Club-up werden geflankeerd door twee giraffen die het feestgedruis vanuit grote hoogte in de gaten hielden.
Daarnaast zorgde de evenementencommissie voor een aantal gedenkwaardige gebeurtenissen. Het post-corona-lentefeest was het begin, daarna volgde de modeshow ‘Honderd jaar mode’ met een catwalk die vanaf het biljard de zaal in liep.
Het was de eerste keer dat de enigszins ‘feestschuwe’ ondergetekende zoiets meemaakte. Ze was meteen helemaal om: wat was dat leuk! De ene uitdossing nog creatiever en geestiger na de ander. Zoveel creaties, ik noem ze niet, maar één, de finishing touch aan het kostuum van de organisator: een Spaanse pepertje op z’n pet.
Ook de doden niet vergeten
Het stemmigste evenement van dit jubileumjaar was de herdenkingsceremonie op Allerzielen. Foto’s van honderd overleden Kringleden werden in Clup-Up neergezet in een kring. Voor elke foto een kaarsje, op de achtergrond een zingende merel. Je mocht een kaarsje aansteken, het Kringkoor zong een lied; er werden namen genoemd van geliefde vrienden en vriendinnen, beroemde mensen en niet zo beroemde mensen. Het was heel mooi en veroorzaakte een diep gevoel van verbondenheid.
Het artistieke klimaat
Het komende feest, de finale van Jur met dansende beren die snakken naar sneeuw en ijs, wordt dus om meer dan een reden een mooi, maar melancholiek feest op een sociëteit die het honderd jaar heeft uitgehouden, alle crises ten spijt. Jur neemt afscheid, niet alleen met aandacht voor de klimaatcrisis, maar ook met enige zorg voor het artistieke klimaat op de huidige Kring. Is er wel genoeg interesse in kunstzinnige verbeelding?
Jur: ‘Neem het jubileumfeest. Veel kringleden waren leuk verkleed, maar lang niet iedereen had de moeite gedaan er iets van te maken. Het restaurantgedeelte werd later op de avond omgetoverd in een casino! Een gokpaleis! Wat heeft dat nou met een honderdjarige kunstenaarsvereniging te maken? Er had veel kunnen gebeuren: theater, een leuke act, poëzie, zang, ‘n performance, noem maar op. Gemiste kans!‘
Creatief potentieel
‘De Kring is oorspronkelijk een kunstenaarssociëteit, ooit moest je van beroep kunstenaar zijn om lid te mogen worden. Dat is niet meer zo en dat hoeft niet erg te zijn als de belangstelling voor kunst en cultuur maar oprecht is en de kunstzinnige verbeelding niet alleen wordt gerespecteerd, maar ook gestimuleerd. Er is nog steeds potentieel genoeg onder de leden, ook bij mensen die geen kunstenaar zijn van beroep.
Maar mensen moeten wel uitgedaagd en uitgenodigd worden om bij te dragen aan een creatief klimaat, en daarnaast gestimuleerd en gewaardeerd worden. Het bestuur zou wat dat betreft een actievere houding kunnen en moeten aannemen. Koester het artistieke creatieve potentieel zodat De Kring zich kan blijven onderscheiden van een gezelligheidsvereniging waar je alleen komt om te eten en te borrelen.’
Sterretjes
‘Afscheid nemen is moeilijk. Ik heb alweer plannen voor het voorjaar. Toch moet ik een stapje terug doen, soms ben ik ook te fanatiek. Zo had ik bedacht dat het mooi zou zijn als er bij het komend kerstdiner op de tafels zilveren sterretjes zouden liggen. Voor die sterretjes ben ik vijf winkels af geweest. Overal uitverkocht! Pas bij nummer vijf was het raak. Enerzijds denk ik: je bent wel gek ook! Wie doet dat nou? Anderzijds ben ik dan toch gelukkig dat ik ze heb! Ik vind het enig om te doen en ik heb er veel voor over. Toch wil ik graag het stokje overgeven. Op een gegeven moment moet je ook ruimte maken voor anderen.’